Het lezen is onderweg zijn: een zoektocht naar het aardse paradijs

Na een reis door noordelijk Afrika besluit Iris Hannema op zoek te gaan naar het paradijs op aarde. Zo ontstaat haar tweede boek ‘Het bitterzoete paradijs’. Bitterzoet of niet, ze lijkt toch dicht in de buurt te komen.

‘Reizen voelt als het hopen op een pluche kermiskonijn, dat op het laatste moment uit de ijzeren klauw van de grijp-je-rijkstand glijdt… Terug dat vliegtuig in, nee echt, hierna is het genoeg geweest, sorry toch hierna, bijna echt gelukkig.’

Iris Hannema

Geen enkel boek kan bestempeld worden met het oordeel goed of slecht. Ook dit niet. Dat Iris goed schrijft, daar is geen twijfel over. Maar of het een mooi boek is? Nee, dat niet. Het is een rauw, openharig boek. Niet het soort openhartigheid waardoor je een traantje wegpinkt van ontroering, maar het soort waardoor je moet zorgen dat je niet te te veel achter elkaar leest als je niet het gevoel wilt krijgen in het slijk meegetrokken te worden.

Ze spreekt waarachtig en verbitterd over het reizende leven. De beschrijvingen zijn gedetailleerd en rauw, zorgen voor een draaiende maag en een verminderde eetlust. De harde kant van het reizen, het loslaten en verliezen met elk vertrek. De walging van plaatselijke gewoontes en de moeite om de lippen dan op elkaar geperst te houden. Het reisvirus dat als een vloek op haar rust. Ze moet verder, blijven bewegen. Als lezer kan je enkel begripvol hummen en bijna medelijden met haar krijgen. Weer een relatie overboord, weer een vertrek. Geen doel, een bij voorbaat mislukte zoektocht. Wetende dat het paradijs niet bestaat.

Het eilandleven van duur eten uit blik, dikke mensen die dagenlang met voor de televisie zitten. De verstikkende warmte en gekmakende muggen, cyclonen en berovingen. Dichter bij het paradijs komt ze niet. Pas bij de laatste hoofdstukken lijkt het integratieproces zijn werk te doen en klaagt ze niet  meer over het bliketen en de vuilnis langs de straten. Ze schrijft over blauwe wateren, witte stranden, wiegende palmbomen en zonsondergangen die het geluk van de pagina’s doen spatten. Ze lijkt zich klaar te maken voor het paradijs, haar toon wordt zachter en haar blik opener.

Toch verwacht je geen plot of ontknoping, het verhaal lijkt nergens naartoe te werken. Het is een aaneenschakeling van reizen, omdat dat het enige leven is dat ze kent en ze niet beter weet. Een verhaal dat niet eindigt of goed komt, dat je leest zoals je reist: om de weg en niet om het doel. Het komt dan ook als een verrassing wanneer de sceptische, onafhankelijke en keiharde vrouw haar paradijs lijkt te vinden in de liefde. Het laatste eiland is voor een buitenstaander net hetzelfde als alle andere. Maar niet voor Iris. En dat ligt niet aan de omgeving die veranderd is, maar aan de vrouw die veranderd is.

“Het dertigersdilemma vindt jou, waar je ook bent.”

Iris Hannema

Maar betekent dat dat de zoektocht geslaagd is? Wij vroegen het haar zelf.

Hoe kwam je op het idee op zoek te gaan naar het paradijs?

‘Toen ik begin twintig was begon ik met reizen en na tien jaar ging ik me afvragen waarom ik het nog steeds deed. Op zich geen gekke vraag want wat je in het leven ook onderneemt of ondergaat, op een gegeven komt de waaromvraag vanuit je binnenste opzetten: waarom doe ik wat ik doe? Het dertigersdilemma vindt jou, waar je ook bent.’

Je was 13 maanden onderweg. Krijg je na zo’n lange reis te maken met reismoeheid? Zo veel indrukken en nieuwe plekken dat je het verschil en de magie ervan niet meer kan zien…

‘Ja, reismoeheid, dat bestaat zeker. Ik herinner me dat ik eens in Machu Picchu was en dacht: wat is er nou áán, een stel stenen? Totaal murw geslagen was ik. Peru was het laatste land dat ik bezocht op mijn ronde door Zuid-Amerika, alle landen af in een jaar. Op een gegeven moment zit je vol, teveel ervaringen die geen plek hebben en dan past er niets meer bij, ook geen wereldwonder. Het enige medicijn is even terug naar huis, opladen.’

Je reist (bijna) altijd alleen. Word je nooit eenzaam?

‘Natuurlijk wel, maar dat weegt voor mij op tegen de voordelen van alleen reizen. Je leert op jezelf te staan, ervaren dat je alleen kan reizen, de liefde ervaren, afscheid nemen, verder gaan. Dat is een grootste ervaring.’

Welke rol speelt je familie in je reisdrang?

‘Mijn ouders spelen een grote rol in mijn leven en we spreken elkaar zo vaak het internet het ons toestaat via FaceTime of Skype. Bij mijn ouders thuis bevinden zich nu een iPad, een iPhone en twee computers en als ik ze opbel vanuit een buitenland, rinkelen alle apparaten door het hele huis. Mijn ouders zijn mijn basis, mijn thuis, waar ik vandaan kom.

Zie je Nederland als je thuis of gewoon het land waar je vandaan komt?

Ik ben me juist veel meer Nederlander gaan voelen door mijn reizen, trots op mijn paspoort, op hoe goed we het voor elkaar hebben. Ik besef dat ik kan doen wat ik doe omdat ik uit zo’n veilig en hypermodern land kom, van waaruit ik mijn wens heb kunnen scheppen de keerzijde te willen zien.’

Wat is de belangrijkste les die je tijdens je reizen geleerd hebt?

‘Blind op mijn intuïtie kunnen vertrouwen.’

Wanneer je in het laatste hoofdstuk samen met je nieuwe liefde in een huisje aan het strand woont, lijkt je zoektocht geslaagd. Bestaat het paradijs?

‘Ik heb het idee dat mensen zich vooral richten op het woord ‘paradijs’ uit de titel, terwijl ik er toch echt van overtuigd ben dat het woord ‘bitterzoete’ een véél grotere rol in mijn boek speelt. Er zit meer bitterzoetheid in mijn boek dan in de gerechten van een driesterrenrestaurant: een natuurramp, vervuiling, racisme, obesitas, verveling, bootreizen, een toevallige ontmoeting met een koningspaar, Paaseiland, kolonialisme, muggen, infectieziekten en een lange, bonte stoet aan mensen en ontmoetingen.’

Een vrouw die in haar eentje reist op zoek naar geluk, en de liefde vindt…  het klinkt verdacht bekend. Wat vind je van de vergelijking met Eat Pray Love die de Volkskrant maakte?

‘Eten, bidden, beminnen. Watertandend ga je mijn boek in ieder geval niet lezen. Op de tropische eilanden van de Pacific en in Oost-Afrika, waar mijn boek begint, was het voedsel eentonig, met veel blikvoer en rijst. Bidden doe ik niet en ik zoek ook niet naar goden, al doe ik een heel enkele keer een schietgebedje. De laatste keer was in een propellervliegtuigje dat leek te gaan neerstorten boven eilandengroep Vanuatu. Beminnen, daar doe ik wel aan en daar schrijf ik ook over.’

Je bent nu weer even in Nederland, maar je ticket terug naar het eiland Fakarava is al geboekt. Zonder retourdatum. Heb je het gevoel dat je nu tot rust bent gekomen, klaar om te settelen met je nieuwe liefde?

‘Settelen? Dat woord zal je in mijn boeken niet terugvinden, hoor. Ik ben nog altijd reisjournalist en heb vooralsnog geen plannen voor omscholing tot visser.’

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *