Nelis en zijn Japanse tuin

Nelis Middel (52) steekt al 29 jaar lief en leed in de Japanse tuin bij Clingendael. Hij kent elke bloem en tak. Meestal heeft hij de plek voor zichzelf, maar nu deelt hij hem zes weken lang met toeristen en dagjesmensen.

Nelis leeft helemaal op wanneer hij ‘zijn’ tuin binnenwandelt. In een houten huisje aan de rand van de tuin verzamelt hij alle informatie over zijn werk: op de muren hangen collages van het 100-jarig bestaan van de Japanse tuin, tegen het dak hangen krantenknipsels en in de kast liggen zes mappen met foto’s van de reconstructie van de tuin rond 1992. ,,Hier kom ik bij slecht weer schuilen met een koffietje”, zegt Nelis.

De regen sijpelt door de struiken en dringt door in boomstammen. Nu is de Japanse tuin volgens Nelis op z’n mooist. ,,Als het regent komen de koolmeesjes naar buiten, kauwtjes vliegen tussen de bomen op zoek naar rupsen.” Wat regen kunnen ze hier goed gebruiken; de afgelopen jaren is het slootwater zo’n zeven centimeter gezakt en enkele bomen drogen uit. ,,We hebben nu een sproeisysteem om de droogte tegen te gaan.”

Het paviljoen is zijn favoriete plek om uit te blazen tussen het werk door. ,,Als je daar zit, zie je allerlei dieren. Laatst zag ik nog een reebok in de sloot springen en ook twee vosjes die aan het spelen waren. Valken vliegen hier ook soms langs.”

Nelis kent elk hoekje en gaatje van de Japanse tuin, hij werkt hier al 29 jaar vijf dagen per week. ,,Dat bamboehek heb ik zelf aan elkaar geknoopt”, zegt hij trots. Vandaag is het relatief rustig, omdat het donderdag is en regent. ,,Maar straks hebben ze middagpauze bij het Clingendael Instituut en de ANWB, dan loopt het weer vol. Toeristen komen hier na het Vredespaleis, zo’n 3000 per dag. Als de Keukenhof sluit, loopt het op tot 5000 per dag.”

Vernieling

De Japanse tuin is niet enkel populair bij toeristen en dagjesmensen, maar ook bij trouwlustigen, kunstenaars en jiujitsuscholen. Zij komen naar de tuin voor fotoreportages en verkleedfeestjes. Dat mag echter niet meer zomaar, sinds enkele toezichthouders zijn bedreigd door een bruidspaar en twintig auto’s toeterend door de tuin reden. ,,Sommige mensen strooien as van een dierbare uit in de tuin en vernielen zo hele stukken mos. Verder werd er ook eens brand gesticht en struiken vernield.”

Als er iets is waar Nelis niet tegen kan, dan zijn het wel mensen die van het paadje af gaan. Letterlijk. ,,Ouders zitten alleen maar op hun telefoon, terwijl de kinderen over het mos rennen. Ze weten niet dat het tien jaar duurt om het weer in oorspronkelijke staat te krijgen.” Tegenwoordig houdt hij geen toezicht meer wanneer de Japanse tuin open is. ,,Zien hoe mensen met de tuin omgaan, dat is pijnlijk.” Daarom blijft hij nu zoveel mogelijk weg wanneer de tuin open is.

Ik leerde van mijn Japanse leermees­ter de buxussen te snoeien als Japanse tekens

Nelis Middel

Dat is echter niet gemakkelijk. Je kan de man wel uit de tuin halen, maar de tuin niet uit de man. Volgende week heeft Nelis vakantie, daarom ontdoet hij nu nog snel het schildpaddeneiland van varens, zodat het mos ademruimte krijgt. Hij trekt de lieslaarzen aan die tot zijn heupen reiken en waadt door het water naar het eiland.

,,Het eiland heeft de vorm van een schildpad, het mos zijn de waterpokken die op zijn rug groeien. Als je hier voorbij loopt, wenst hij je een lang leven toe”, zegt hij, terwijl hij razendsnel varens uit het mos plukt. ,,Het is een heerlijk rustgevend werkje, ik heb de hele dag de tijd. Als ik klaar ben, kan ik weer opnieuw beginnen. Zeker nu het vochtig en warm is, moet ik dit elke twee weken herhalen.” 

Japanse leermeester

De Japanse tuin is nu zo’n zes weken open, maar voor Nelis gaat dit het hele jaar door. Hij doet alles met de hand, een machine of automatische snoeischaar komt er niet in. Van zijn Japanse leermeester leerde hij de buxussen te snoeien als Japanse tekens, de Japanse esdoorn te laten groeien als kool en Japanse schermen te maken met speciaal daarvoor bestemd papier. ,,Ook hij deed alles met de hand, hij klom gewoon in een boom en kwam er pas bij zonsondergang weer uit.”

Nelis mag dan een gewone hovenier zijn, als hij door de Japanse tuin loopt, wordt hij aangesproken en zelfs vastgeklampt als een beroemdheid. Hoe hij die knalroze Azalea Amoena zo mooi houdt? ,,Ik gooi er elk jaar vijf emmers koeienmest bij.” Een bezoekster vraagt waarom haar esdoorn zo klein blijft, terwijl ze naar de woekerende Japanse esdoorn kijkt. ,,Geduld”, is zijn antwoord. Zij: ,,Ik heb hem al twintig jaar.” ,,Deze is honderd jaar oud.” Wanneer ze weg is fluistert hij: ,,Mensen willen vaak te snel zijn, maar met de natuur moet je geduld hebben.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *