In deze rubriek test Zoë de Goede verschillende banen uit. Ze loopt een paar uur mee met professionals om te proeven van de meest uiteenlopende soorten werk. Deze week: zeilinstructeur in Vinkeveen.
De zeilschool van Vinkeveen baadt in het zonlicht. Kinderen rennen af en aan en gaan nog even snel naar het toilet voordat de zeillessen weer beginnen. Het ruikt naar vakantie. En zonnebrand.
De lessen zijn al begonnen. In de verte zwabberen kleine optimisten rondom gele boeien. Dylan, Tosca en Thijmen lopen nog rond aan wal. Zij hebben het hoogste niveau en mogen daarom andere instructeurs opleiden. Tosca bespreekt de voortgang van haar pupil en wil een kijkje gaan nemen bij zijn les, om te kijken of hij klaar is voor de proeve van bekwaamheid.
Dylan komt aantuffen in een feloranje motorbootje. Hij schept snel wat water uit de boot voor we instappen. Naast hem zit de kleine Feline (9), die haar zeilles onderbrak voor een toiletbezoek aan wal. Onderweg praat Feline honderduit over het zeilkamp, dat ze elke zomer samen met haar broertje bijwoont. ,,Kijk, daar is hij”, wijst ze enthousiast als we in de buurt van de optimisten komen.
Eierstokken
Ze stapt op het vlot dat bij het klasje drijft en wij varen verder. ,,Wat een schattig kind”, zucht ik. Tosca knikt. ,,Je krijgt hier wel klapperende eierstokken van, ja. Zeker tijdens het avondeten, wanneer iedereen zijn ervaringen deelt. Dat is heerlijk om te zien.”
We komen aan bij de les van Jesse (19). Hij zit op de motorboot met hulpinstructeur Goedele en probeert een boeg uit het water te trekken. ,,We gaan een tochtje maken, daarachter is meer wind”, zegt hij. ,,Dat is altijd moeilijk”, beaamt Dylan. ,,De wind komt hier van alle kanten en draait heel vaak. Zeker op dagen als deze, wanneer er weinig wind is, is het moeilijk om uit te vinden waar je het beste zeilt.”
Botsing
,,Piet, vaar je nu voor de wind?” vraagt Jesse streng. Piet duwt het roer van zich af en draait richting de boeg. Terwijl Jesse uitlegt wat hij gaat doen, gebeurt verderop bijna een botsing en valt een pet in het water. Een blonde jongen laat zijn zeil gemoedelijk klapperen terwijl een wijsvinger diep in zijn neus verdwijnt. ,,Mees, kijk eens naar je zeil”, roept Jesse. Mees trekt zijn zeil meteen strakker en vliegt vooruit.
Ik neem het roer over en stuur de boot richting plas twee. In mijn element en halverwege de vaargeul draai ik de motor helemaal open, maar Dylan maant me vaart te minderen. ,,Aan de kant bouwen vogels nestjes, dus daar moeten geen golven overheen komen. Daarnaast willen we de bewoners van de huizen aan de oever te vriend houden”, vertelt Dylan.
Rustig tuffend vaar ik verder, onder een loopbrug en een tunnel door, tot we uitkomen bij de grotere plas waar de oudere kinderen les krijgen. We varen naar Bas, die met vier dertienjarige meisjes in een polyvalk zitten. ,,Mag ik even je les onderbreken?” vraagt Dylan. ,,Jullie krijgen een nieuwe instructrice.” Ik stap over van de motorboot naar de valk, terwijl Bas de boot gedwee verlaat.
Gered
De meisjes zijn zondag begonnen met varen, maar kunnen er meer van dan hun nieuwe instructrice, die nota bene aan het roer zit. ,,Pas op, we mogen niet verder dan die gele boei”, zegt Mare. Daarachter vinden surflessen plaats die we niet in de weg mogen zitten. Wanneer we gevaarlijk dicht bij de gele boei komen, trekt Gaia hard aan het roer. We gaan overstag en zijn gered van vijandelijk territorium. ,,Goed gedaan Gaia”, roept Bas vanuit de motorboot.
Ik heb tijdens mijn dag als instructeur waarschijnlijk meer geleerd dan aangeleerd, maar daar ga ik niet om treuren.