Toen straatfotograaf Akbar Simonse hoorde dat hij nog maar enkele maanden te leven had, verzamelden straatkunstenaars uit het hele land zich voor een eerbetoon.
Graffitilegende Jim, oftewel the veteran, legt de laatste hand aan rookpluimen die uit Akbars sigaar komen. ,,Ik deed dit al voordat het woord graffiti bestond”, zegt de kolossale man met een vijftal oorbellen en tatoeages op zijn armen. Voor Akbar halen alle graffitikunstenaars uit Den Haag en omstreken nu het beste uit zichzelf naar boven op de muren van het Trekvlietplein.
Even later staat Akbar in zijn rolstoel voor het portret van zichzelf. Zijn hoofd is ongeveer even groot als de neus achter hem. ,,Ik ben enorm vereerd”, zegt hij kijkend naar de lange muur waarop de letters van zijn naam in allerlei stijlen en kleuren prijken. ,,Deze is van Bas. En deze herken je wel, die is van Koos en Nanne”, vertelt Leo Heusdens van The Hague Street Art, terwijl hij Akbar vooruit duwt in zijn rolstoel. Op zijn tweeënzeventigste verjaardag, ongeveer een maand geleden, ging hij naar de dokter met hoofdpijn. Die hoofdpijn bleek het gevolg van kankercellen, die vanuit zijn longen naar zijn hoofd waren gereisd. Intussen heeft Akbar vrede met de situatie. ,,Ik word enorm verwend in ziekenhuis Antoniushove”, zegt hij, terwijl hij een trek neemt van zijn sigaar. ,,Ik weet niet hoe lang nog, maar ik zit daar wel goed.”
Met zijn grijze baard en donkere ogen straalt hij rust en vrede uit. Diepe lijnen in zijn gezicht en tatoeages op zijn arm vertellen over een lang en vol leven. Hij zegt niet veel, maar als hij het doet verschijnt een brede glimlach op zijn lippen. Hij lacht mee met grapjes en geniet zichtbaar van het schouwspel ter ere van hem.
Vernoemen
Naast het versieren van de muren bij het Trekvlietplein, wil The Hague Street Art de graffititunnel verderop, de Binckhorst Hall of Fame, naar Akbar vernoemen. ,,Elke dag worden er nieuwe kunstwerken op de muren gespoten en Akbar heeft ze allemaal gefotografeerd, elke dag ging hij erheen”, vertel Leo Heusdens. ,,De gemeente vond het een leuk idee om hem de Akbar Simonse-tunnel of de Akbar Klik-tunnel te noemen.”
De meeste vrienden kent hij van het Haagse Bakkie, een groep fotografen die elke ochtend op de Grote Markt samenkomt voor koffie met oude jenever en een sigaar. Akbar begon ermee met twee anderen, intussen telt de club 180 leden. Een van hen waait hem koelte toe met een mini-windmolen op batterijen en iemand anders vraagt wie zijn opvolger wordt. Leo suggereert lachend dat collega Martine Kiers zijn internetnaam Klik overneemt, maar daar voelt ze niks voor. Niemand kan in de voetsporen van Akbar treden.
Straatfotograaf Martine ziet hem als een groot voorbeeld. ,,Hij houdt van iedereen”, zegt ze. ,,En iedereen houdt van hem”, vult Leo aan. Dat laatste is te zien, iedereen staat zich nog steeds zwetend uit te sloven voor de muur.
,,Normaal doe je het vooral voor jezelf”, zegt Onno, ,,maar het is nog mooier als je het voor Akbar kan doen.” Wat vindt Akbar zo bijzonder aan deze straatkunstenaars? ,,De kunst die ze maken.”
Mijn naam betekent elke dag iets anders
Akbar Simonse
Akbar werd niet als Akbar geboren. ,,Zijn oorspronkelijke naam kent niemand”, vertelt Leo. ,,Dat is eigen aan de wereld van de straatkunst, je bedenkt een artiestennaam om je werk mee te ondertekenen. Akbar is misschien geen graffitikunstenaar, maar hij is net zo goed een van ons, dus wel zo toepasselijk dat hij ook een artiestennaam aanneemt.”
De naam bedacht hij echter niet zelf, maar kreeg hij van de Indiase goeroe Bhagwan. Sindsdien gaat hij door het leven als Akbar, zowel in het dagelijks leven als op zijn paspoort. ,,Wil je de officiële betekenis? Dat is ‘grote gelukzaligheid’. Maar voor mij verandert de betekenis elke dag.”
Het leven accepteren zoals het komt, dat leerde hij in India. Ook de vergankelijkheid ervan. Misschien is dat net hetgeen dat hem uiteindelijk naar de straatkunst toetrok. Want geen enkele kunst is vergankelijker dan die van de straat; het wordt weggehaald of iemand anders spuit erover heen. ,,De tijden dat we daarover ruzie maakten, zijn al lang voorbij”, vertelt kunstenaar Onno, terwijl hij met een lichtblauwe spuitbus de ‘a’ vult. ,,We hebben geaccepteerd dat onze kunst niet blijvend is.”
Kick
De kunstenaars praten over de relativiteit van mooi en lelijk, over de kick die het geeft om je eigen werk op de muur te zien staan. Ze wisten dat het zou verdwijnen, maar er was altijd een man die als eerste aanwezig was op de plaats delict om de kunst op zijn manier onsterfelijk te maken. ,,Je hoefde maar te bellen en hij stond er”, vertelt Leo. ,,Hij bewaarde wat we zelf niet konden bewaren”, knikt Onno.
Fotograaf is Akbar al zijn hele leven, maar sinds negen jaar focust hij zich specifiek op straatkunst. ,,Hij was een van de eerste fotografen in Den Haag die dat deden”, vertelt Leo Heusden. ,,Hij is de godfather van de streetart-fotografie.” Dat beamen collega-fotografen. ,,Ik heb hem overtuigd om zich op straatkunst te focussen”, vertelt Bas Bogers. ,,Daar heb ik nog steeds spijt van, want hij is veel beter dan ik.”
Niet enkel in Den Haag zijn we overdonderd door dit nieuws
Leo Heusdens
,,In zijn fotografie was hij niet kieskeurig”, vertelt Leo Heusdens. ,,Hij fotografeerde alles wat hij zag en reisde daarvoor het land en de wereld rond. Daarom zijn de portretten van Akbar nu niet alleen in alle grote Nederlandse steden te zien, maar ook in andere landen. Ik kreeg zelfs een foto toegestuurd van een portret dat in Tsjechië op een muur was gespoten. Na verloop van tijd ging hij zich meer focussen op straatkunst in Den Haag, maar nog steeds is hij een bekende in de internationale streetart-wereld. Niet enkel in Den Haag zijn we overdonderd door dit nieuws.”
De dagen van het fotograferen zijn voor Akbar achter de rug. Zijn donkere ogen stralen, maar zijn aanwezigheid is stil. Dan verschijnt een busje waar hij met rolstoel en al in getild wordt om achter de zwarte ramen langzaam te verdwijnen.
Opfleuren
,,Hij heeft enorm uitgekeken naar dit moment”, vertelt zijn stiefdochter. ,,Maar het is zwaar voor hem. Hij is moe en heeft pijn, maar op momenten als deze fleurt hij op. De manier waarop hij ermee omgaat, maakt het voor ons allemaal gemakkelijker. Hij laat ons zien dat het niet allemaal zwaar moet zijn, dat je laatste dagen ook mooi kunnen zijn.”
Jochem heeft zich met een busje geïnstalleerd aan het einde van de straat, waarvan de luifel een welkom schaduwplekje biedt aan kunstenaars en hete verfbussen.
Kunstenaar Rarestreken spuit in kalligrafieletters de tekst van Akbars lievelingslied op de muur: Creep van Radiohead. Iemand anders speelt het lied af op haar telefoon. ‘I wish I was special’, klinkt het. Dat levensdoel kan hij afvinken.