Straatpastor geeft hoop aan de hopelozen

Straatpastor Klaas Koffeman houdt elke week spreekuur in Reakt Sterhuis in Den Haag , de woonkamer van daklozen en mensen met psychiatrische problemen.

Bezoekers van het Sterhuis aan de Wagenstraat komen hier douchen, vrijwilligerswerk doen of wat rondhangen. Aan tafeltje wordt Rummikub gespeeld, verderop is een tafeltennistoernooi gaande en aan de muur hangt een verbodsbord met een slapend mannetje en het opschrift ‘enkel eten aub’.

,,Hier hangt een wonderlijke combinatie van solidariteit en concurrentie”, begint Klaas Koffeman. ,,Het draait natuurlijk om overleven. Ze willen niet te veel over zichzelf vertellen; daar worden ze alleen maar kwetsbaarder van. Ze zijn zo al kwetsbaar genoeg. Maar het weinige dat ze hebben, delen ze vaak uit.” Koffeman wordt met open armen ontvangen in het Sterhuis. ,,We kunnen niet zonder deze man”, roept Edgar buiten op de stoep al. ,,Wij zijn maar verslaafden en daklozen, hopeloze gevallen, maar deze man behandelt ons als gelijken.”

Crucifix

,,Iedereen heeft iemand nodig die naar je luistert”, gaat Tim verder, terwijl de twee met hun held op de foto gaan. De fotograaf vraagt ze wat dichterbij te gaan staan en ze slaan enthousiast hun armen om hun grote weldoener heen. ,,Ho ho, zo dichtbij hoeft nu ook weer niet”, lacht deze. Tim toont Koffeman zijn ketting met een crucifix. ,,Waar heb je die vandaan?” vraagt hij. ,,Gekregen van een vriend. Als ik eens geld heb, geef ik het ook uit. We hebben niet veel, maar zorgen wel voor elkaar.”

Als we naar binnen lopen weet de barvrijwilliger meteen wat Koffeman nodig heeft: koffie met veel melk en suiker. Koffeman zet zich aan een tafeltje en de mensen komen op hem af als bijen op honing. Ze vertellen aan de lopende band over onrecht, verslaving en uitputting. Vaak onsamenhangende lapjes tekst die je aan elkaar moet puzzelen om erachter te komen wat echt gaande is. Dan begint het pas: denken in oplossingen.

Ik ben zo dankbaar, dat kun jij niet bedenken

Aleksandra

Aleksandra, een oudere Joodse die terugkwam uit Spanje nadat haar (Haagse) man stierf, maakt zich vooral zorgen om haar hondje, dat ze in het asiel moest achterlaten. Ze sliep wekenlang in haar auto en toont tientallen foto’s van ‘haar Fred’ en zijn trouwring om haar vinger. ,,Ik leef nu in een geestenwereld”, zegt ze. ,,Hij is nog steeds overal.” Zij maakt kans op leefgeld (een eenmalige of wekelijkse uitkering van een fonds), denkt Koffeman, die haar alvast een voorschot toestopt. Haar ogen gaan stralen. ,,Ik ben zo dankbaar, dat kun jij niet bedenken.”

Het straatpastoraat kan voor mensen leefloon aanvragen als ze kunnen bewijzen dat ze stappen zetten om hun leven weer op de rails te krijgen of recht hebben op een langdurige uitkering. Die aanvragen nemen echter weken en soms maanden in beslag, het leefgeld houdt ze tot die tijd op de been. ,,Vooral de oneindige reeks regeltjes en systemen maken het leven moeilijk voor deze mensen”, aldus Koffeman. ,,Het systeem kijkt enkel naar de feiten, niet naar de mensen erachter. Er is te weinig ruimte voor uitzonderingen. Want uiteindelijk is iedereen een uitzondering.”

Slachtoffer

Bedelen doet Aleksandra niet, net als de meeste mensen die hier rondlopen.,,De meeste daklozen die ik ken bedelen niet, en de meeste bedelaars zijn niet dakloos”, vertelt Koffeman. ,,Dat durven ze niet, ze zijn er te trots voor en willen niet gewoon hun hand ophouden. Ze willen werken voor hun geld, maar dat is moeilijk zonder adres. Veel van de bedelaars die je op straat ziet zijn slachtoffer van een bende en moeten het geld ‘s avonds afgeven.”

Ik weet waarom ik het doe: elk mens is gelijk in de ogen van God en iedereen verdient hulp

Klaas Koffeman, Straatpastoor

Dan loopt Ali naar het tafeltje toe. ,,Ik ben de volgende!” roept iemand die in de deuropening staat te dralen. Ali woont al sinds zijn zesde in Nederland, maar recent is zijn verblijfsvergunning ingetrokken. Daardoor verbleef hij een tijdlang in de vreemdelingendetentie en nu durft hij niet meer op straat te komen, uit angst opgepakt te worden. Hij gaat van het Leger des Heils naar het Sterhuis naar de nachtopvang en wacht intussen op bericht van zijn (onbereikbare) advocaat. Koffeman belooft hem te helpen om indien nodig een nieuwe advocaat te zoeken. ,,Zonder deze man wist ik me geen raad”, zucht Ali.

Wordt hij niet moedeloos van zoveel verhalen? ,,Nee, want ik zie ook vooruitgang. Zoals Edgar, die we vanochtend spraken. Hij heeft intussen zijn eigen huis. Elke dag komen er nieuwe gevallen bij. Dat maakt het vermoeiend. Maar ik weet waarom ik het doe: elk mens is gelijk in de ogen van God en iedereen verdient hulp.”

Klampen

God is nog niet ter sprake gekomen vandaag. ,,Dit spreekuur gaat inderdaad vooral om praktische zaken, maar toch merk je dat religie een grote rol inneemt in het leven van deze mensen. Velen hebben niks of niemand meer, dan is religie een rots in de branding om je aan vast te klampen. Waar gewone burgers me vaak raar aankijken als ik zeg dat ik dominee bent, zijn de reacties in dit milieu alleen maar positief. Religie heeft voor hen niet afgedaan, maar geeft juist kracht.”

Tien kopjes koffie en dubbel zoveel zakjes suiker later sluiten de deuren van het Sterhuis. Nu opent de nachtopvang van de Kessler Stichting en haasten velen zich daarheen. Sinds de locatie aan de Zilverstraat sloot, zijn er niet meer genoeg bedden beschikbaar, dus wie te laat is, wordt de deur gewezen.

De namen van de daklozen zijn gefingeerd om privacyredenen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *