In deze rubriek test Zoë de Goede verschillende banen uit. Ze loopt een paar uur mee met professionals om te proeven van de meest uiteenlopende soorten werk. Deze week: de rijdende supermarkt.
Met de wind in de rug fiets ik richting Oud Ade. De molen zoeft voorbij, daarna het dorpshuis en een zelfbenoemd schildershuisje. Tegenover de kerk rem ik. Daar staat Ivo Spruit geparkeerd met zijn rijdende supermarkt.
Intussen staat Ivo mij op te wachten in de deuropening van de meterslange supermarktbus. Wanneer ik de trap beklim, wordt het even wit voor mijn ogen. Het was misschien geen al te slim idee om mijn lunch vanmiddag weg te geven, maar de aanblik van Ivo’s voorraden doet mijn maag opleven.
Koekjes en chips vallen als eerste binnen mijn gezichtsveld. Bergen brood torenen boven het gebak uit. Rechts een kleurrijke rij bakken met groenten en fruit. In de koelkast liggen maaltijdsalades vers en knapperig naar mij te kijken. Ik leg een appel en een tros druiven op de toonbank. ,,Dat mag je zelf afrekenen”, reageert Ivo.
Met het geduld van een monnik legt hij me alles uit. Het fruit moet eerst afgewogen worden. Daarna voer je de prijs in bij de kassa, je geeft aan om wat voor product het gaat en dan stel je het pinapparaat in. Ik kan het maar beter snel leren, want de eerste klant komt de bus al binnen.
Nieuwe kassière
Die is verbaasd als ze een vreemd gezicht ziet. Ik stel me voor als de nieuwe kassière, terwijl ik klungel bij het afrekenen van de bestelling. ,,Geeft niet hoor, ik heb alle tijd”, stelt ze me gerust. ,,Je weet dat je twee pakken salami in je hand houdt?” Als ik het pinapparaat instel, slaat de klant haar hand voor haar mond. ,,Ik ben mijn portemonnee in de kantine vergeten, ik ben zo terug.” In de deuropening roept ze: ,,Geen zorgen hoor, Ivo kent me!” Vijf minuten later staat ze weer voor de kassa. ,,Hij zat toch gewoon in mijn broekzak.”
De volgende klant blijkt een oude bekende. Hij komt binnen zonder om zich heen te kijken, en loopt recht naar het bier. ,,Ik hoorde net dat ik het dorp nog in mag, dan heb je iets te drinken nodig, hè.” Hij knipoogt naar Ivo terwijl hij een sixpack op de kassa neerzet. Dan herkent hij mij. ,,Hee, ik heb jou ooit geholpen met je vest tussen je wielen uit halen, weet je nog?” Dat weet ik zeker nog. Jammer genoeg is het niet aan mij om gratis bier als bedankje weg te geven.
We rijden verder naar Roelofarendsveen. Ivo parkeert, ik toeter. Drie keer, lang en hard. ,,Niet enkel de vaste klanten, maar ook nieuwe klanten moeten weten dat ik er ben.” De klanten stromen binnen en wanneer het half uur voorbij is, rijden we verder richting boerderij Weidegeluk, waar Ivo elke maandag vijf broden in de schuur achterlaat.
Op de pof
Sandra is een klant op de pof. ,,Dat is een nieuwe uitdaging voor jou”, zegt Ivo, die zich helemaal schikt in de rol van leermeester. Ik typ haar naam in en krijg de rekening van afgelopen maandag te zien. Sandra zwaait met een briefje van vijftig. ,,Vandaag betaal ik wel hoor, ik kan niet elke keer op de pof kopen.” Lachend verlaat ze de bus met een stapel gebaksdozen in haar armen.
Op camping de Spijkerboor worden we opgewacht door een rij geduldige klanten. Ze zijn op vakantie, ze hebben alle tijd. Ze maken een praatje met elkaar en genieten van de zon op hun gezicht, terwijl ze één voor één de bus binnengaan, want tegenwoordig mogen maar twee mensen tegelijk binnen zijn. Toch speelt de rij wachtenden op mijn gemoed. Wanneer een klant haar bestelling broden komt afhalen en ik 9000 in plaats van drie intik, neemt Ivo het weer van me over. Dat soort geklungel kunnen we ons nu niet veroorloven.
Ik stap uit en wanneer Ivo de rij heeft geholpen, gaat hij weer achter het stuur zitten. Daarna rijdt hij verder, een doodlopende weg in. Hij toetert lustig voort en het cliënteel komt in hordes op hem af. Mijn shift zit erop en ik fiets tussen de weilanden terug naar huis, als de jongen van het sixpack opeens naast me verschijnt. ,,Jij bent toch het melkmeisje?” Ja, waarom niet. Ik wil wel het melkmeisje zijn.